Het geslacht Elling te Roswinkel

                                               (Auteur:  Jan Schimmel)

                                                            e-mail:  janschim@xs4all.nl

 

 

De naam Elling(e) te Roswinkel is al heel oud, reeds in de “schattingslijst Drenthe” omstreeks 1450 word de naam Ellynge al twee keer genoemd, ook in alle haarstedenregisters in de 17e eeuw is deze naam te vinden. De volgende namen heb ik nog niet met zekerheid kunnen plaatsen

 

Lambert Ellynge, genoemd in 1450 (Schattingslijst Drenthe)

Tyde Ellynge, genoemd in 1450 (Schattingslijst Drenthe)

Jan Ellinck, getrouwd ca 1630 met Jantien Claessen Boelken

Swaencke Ellinck, getrouwd ca 1635 met Jan Wubbes Bruining

Jan Ellinge, genoemd in 1645, 1655 (Belastinglijst)

Willem, Jan en Peter Ellinck, afzonderlijk genoemd in 1672 (Haarstedenregister)

 

 

                                                

I              Willem Ellinge, geboren ca 1550, overleden na 1614.

 

                Kinderen:

                1.  Johan Willems Ellinge (Zie II-a)

                2.  Hindrick Ellinge (Zie II-b)

 

                Willem Ellinge wordt genoemd in 1612 en 1614. In de akte wordt gesproken over 'de pachter van het gesaeij te Roswinkel'.

                Niet duidelijk of dit Willem Ellinge betreft, of dat hij het stuk ondertekend.

 

II-a         Johan Willems Ellinge, geboren ca 1575 te Roswinkel, overleden na 1631

 

               Kind:

               Herman Ellinge, in 1631 woonachtig te Borsen te Westphalen (Dld)

 

               Johan Ellinge wordt genoemd in maart 1630, in een zaak tegen Boelman ter Haar te Vlagtwedde. Inzet is een os die Boelman van Henric Ellinge (= II-b) zou hebben gekocht.

               In 1631 wordt Johan opnieuw genoemd als Johan Willems, vader van Herman Ellinge tot Borsen, in Westphalen. Deze laatste heeft een conflict met zijn oom Henric Willems te Roswinkel.

 

II-b         Hindrick Ellinge, alias Henric Willems, overleden voor oktober 1634 te Roswinkel, getrouwd (1) met de dochter van Albert Boelken, onderschulte van Roswinkel.

               Hindrick trouwt voor de 2e keer met Grete Hachtinge.

 

               Kind uit het 1e huwelijk:

               Willem Ellinge (Zie III)

 

               Kinderen uit het 2e huwelijk:

               1.  Harmen Ellinck, geboren ca 1610 te Roswinkel, overleden na 1649. heeft mogelijk dochter Margriete Elling.

               2.  NN. Elling, getrouwd met Jan Alberts, eigenerfde te Roswinkel (zie genealogie Alberts)

 

               In 1634 verschijnt voor de Etstoel Drenthe de weduwe van Henrick Ellinge, Grete Hachtinge. Bijgestaan door haar mondige zoon Harmen Ellinge en haar dochtersman Jan Alberts. Ze bereiken een accoord met stiefzoon/halfbroer Willem Ellinge over de afkoop van Harmen en zijn zus van hun vaderlijke goederen.

               In 1649 verschijnt Harmen Ellinck te Roswinkel andermaal voor de Etstoel, mede namens zijn broer (?), zuster en hun moeder. De verweerder is Trijntje van Lennep, weduwe van Willem Ellinck. Harmen vindt dat zij bij de afkoop van de vaderlijke goederen te weinig hebben ontvangen, en willen alsnog toegelaten worden tot de goederen van wijlen Hindrick Ellinge. Volgens verweerder is de afkoop goedgekeurd door mombers en etstoel in 1634.

 

III           Willem Ellinge, geboren ca 1605 te Roswinkel, overleden voor mei 1649 te Roswinkel, getrouwd met Trijntje van Lennep, dochter van Roelof van Lennep en Hindrickjen Lepels.

 

                Kinderen uit dit huwelijk:

               1.  Hindrik Ellinge (zie IV)

               2.  Harm Elling, ook Herman, begraven op 8 november 1742 te Roswinkel (de oude Harm Ellinge). Hij wordt in 1733 nog genoemd als oom in het

                    huwelijkscontract van Willemke Hindriks Ellinck (IV.2)

               3.  mogelijk Hinderkien Ellinge, overleden voor 1728, getrouwd met Geert Schulinge. In 1728 zijn Albert Ellinge en Hindrik Ellinge mombers over

                    kv wijlen Hinderkien Ellinge en Geert Schulinge.

               4.  mogelijk Anneke Ellinge, geboren ca 1635 te Roswinkel, getrouwd (1) met Willem Binders, zoon van Hindrik Binders en Harmtien.

                    Anneke trouwt voor de 2e keer ca 1667 met Staas Hendrik Haasken, overleden na 1695 te Roswinkel, zoon van Hendrik Jans Haasken

                    (Zie Genealogie Haasken)

               5.  Mogelijk Albert Ellinge, Overleden na of in 1728. genoemd in etstoel Drente in 1676.    

 

              

              Willem Ellinge wordt genoemd in 'Privering van Hoven en Huizen' te Roswinkel in 1645.

              Ook in 1655 en Haarstedenregister 1672 wordt er een Willem Elling genoemd, is dit een andere Willem (zoon ?) of wordt hier het erf bedoeld van wijlen Willem Ellinge,

              waar nog steeds zijn vrouw en kinderen woont ??

             

              Op 20.3. 1629 blijkt Johan Marissen pachter van de bijenimpost te Sleen, samen met Marten Wolff - overgenomen van Johan Dannenbergh en Willem Ellingh.

 

              Op 13 juni 1631 procedeert Willem Ellinck op Roswinkel tegen Roelof Battinck over een kwart waardeel in Roswinkeler marke 'bij de noordzijde des Noorddijks',

              die door zijn bestevader Albert Boelken op 6 januari 1563 gekocht was van Helprich Battinck.

 

              In 1639 wordt Willem Ellinge nog genoemd in Etstoel Drenthe als momber over het weeskind Anna Jansen, dochter van wijlen Jan Lubberts

             

IV           Hindrik Ellinge, geboren ca 1650 te Roswinkel, overleden na 1728 te Roswinkel.

 

                Kinderen:

                1.  Willem Ellinge (Zie V-a)

2.  Willemke Hindriks Ellinck, (Zie V-b)

3.  Berent Hindriks

 

                Hindrik Ellinge woont op het erf van zijn vader, waarschijnlijk Willem Ellinck die in 1645, 1655 en 1672 genoemd wordt in het haarstedenregister met een vol erf. Hindrik is f 1000,- schuldig aan zijn broer Herman Ellinge voor vaderlijke en moederlijke erfparten.

                In 1706 leent Hindrik f 1100,- van de weduwe van Willem Rosinge te Valthe om enige schulden af te lossen, de schuld aan zijn broer Herman (nu Harmen genoemd) wordt teruggebracht naar 300 gulden.

 

                In november 1728 wordt Hindrik Ellinge nog genoemd als momber over de kinderen van wijlen Hinderickien Ellinge (x Geert Schulinge)

 

                                                      

 V-a        Willem Ellinge, geboren ca 1675 te Roswinkel, overleden tussen 1733 en 1735 te Roswinkel, getrouwd met Geertruid Ellinge, begraven te Roswinkel op 10 oktober 1752 (Geertruijd Willems Ellinge) of op 4 december 1760 (De oude grootmoi Ellinge)

 

1.  Hindrik Willems Ellinge, landbouwer geboren ca 1700 te Roswinkel, begraven op 14 juni 1782 te Roswinkel, Ongehuwd. Woont op het erf van zijn vader, ook wel de “Hindriks-plaats” genoemd (naar zijn grootvader). Hierdoor wordt Hindrik in allerlei akte’s ook wel aangeduid als Hindrik Hindriks (Ellinge)

2.  Klaas Willems Ellinge, geboren te Roswinkel, begraven op 29 december 1786 te Roswinkel.

3.  Zwaantje Willems (Zie VI-a)

4.  Grietien Willems, (Zie VI-b)

5.  Willem Willems Ellinge (Zie VI-c)

 

                Willem Ellinge woont op het erf van zijn vader, die ook wel de “Hindriks-plaats”  werd genoemd. Hierdoor worden enige kinderen soms in akte’s met het versteende patroniem Hindriks aangeduid, in andere gevallen hadden ze gewoon het patroniem Willems.

 

                Willem leent twee keer geld van de diaconie te Roswinkel in resp. 1723 en 1730. Op 1 juli 1733 verkoopt Willem een stuk land aan een plaatsgenoot, dit is de laatste keer dat hij in leven nog wordt genoemd.

                Op 12 juli 1735 is Willem niet meer in leven, op die dag wordt er door Lambert Hindericks als erfgenaam van zijn vader Hinderick Lamberts geprocedeert over de vaste goederen en effecten van Geertruid Ellinge, weduwe van wijlen Willem Ellinge tot Roswinkel als bezitster van de boedel van haar mans vader Hinderieck Ellinge, om daar uit betalingen te krijgen van 200 gld capitaal, afkomstig van een obligatie door wijlen Hindrik Ellinge van Hindrik Lamberts opgenomen.

 

                Willem Ellinge wordt niet genoemd in het begraafboek Roswinkel, die in 1733 begint. Op zich vreemd, omdat hij toch als één van de grotere eigenerfden te Roswinkel is, dus een persoon met aanzien in het dorp. Op 18 februari 1735 staat er wel een Willem Engberts vermeld, maar dit toch duidelijk een andere persoon.

 

V-b         Willemke Hindriks Ellinck, geboren ca 1695 te Roswinkel, overleden tussen 1733 en 1743 te Sellingen, getrouwd (HC) 5 augustus 1733 te Sellingen met Derk Tholes, gedoopt op 13 april 1696 te Sellingen, overleden tussen 1743 en 1749 te Sellingen, zoon van Tole Jans en Wendelke Derks Nannes.

 

                De tekst uit het huwelijkscontract van 5 augustus 1733 luidt:

 

                Derck Toles en Willemke Hindricks Ellinck van Roswinckel.
Hij neemt haar op in zijn behuisinge tot Sellingen, zij brengt 50 Car gld in, betaald door haar broer Willem Hindricks Ellinck.
Voor de bruidegom: Jan Jan van Twijzen, tekent (van Twijsen).
Voor de bruid: Willem Hindricks en Berent Hindricks, broers; Harm Ellinck, oom.

 

 

VI-a        Zwaantje Willems (Zwaantje Hindriks), geboren te Roswinkel, overleden te Weerdinge, begraven op 15 januari 1768 te Emmen (Swaentien IJken), getrouwd ca 1735 te Roswinkel met Geert Geerts IJkinge (Geert Geerts Elking, Geert Grotejans Elking), Landbouwer op het erve Elken te Weerdinge, geboren te Weerdinge, gedoopt op 26 februari 1708 te Emmen, overleden te Weerdinge, begraven op 7 december 1773 te Emmen, zoon van Geert Geerts, landbouwer op IJken, en Aaltje Berends.

 

                Kinderen:

1.  Geert Geerts Grootjans, (Geert IJking) gedoopt op 12 mei 1737 te Roswinkel, overleden te Weerdinge, begraven op 29 juni 1796 te Emmen (Geert Grootjans te Weerdinge), getrouwd op 22 december 1771 te Emmen met Gesien Hindriks Alting uit Weerdinge.

2.  Geertruid Geerts, geboren te Weerdinge, gedoopt op 21 augustus 1746 te Emmen, overleden op 17 november 1810 te Westenesch, getrouwd op 25 oktober 1772 te Emmen met Hindrik Geerts, scheper te Westenesch. Hun enige volwassen geworden zoon Geert Hindriks noemt zich Elling.

3. Willem Geerts, geboren te Weerdinge, gedoopt op 13 september 1750 te Emmen, overleden op 16 juni 1833 te Weerdinge, Ongehuwd. Word als “Innocent” en “Onnozel” beschreven

4.  Aaltje Geerts, gedoopt op 12 januari 1755 te Emmen, overleden te Noordbarge, begraven op 9 juni 1796 te Emmen, getrouwd op 21 mei 1780 te Emmen met Berend Hindriks Rosing uit Emmen.

 

                Op 3 januari 1774 wordt er een kindscontract opgemaakt over Willem en Aaltje Geerts, beide ouders zijn inmiddels overleden. De oudste kinderen Geert en Geertruid zijn al getrouwd en dus mondig.

                Als momber van moederszijde worden genoemd Hindrik Willems (Ellinge) en Luppe Alberts. Er wordt een inventaris opgemaakt van de ouderlijke goederen.

                In 1780 wordt Geert Geerts (Grootjans) benoemd als momber over zijn innocente broer Willem. De twee andere mombers Hindrik Willems en Luppe Alberts uit Roswinkel zijn niet verschenen. In 1784 volgt er een boedelscheiding van het ouderlijke erf, Geert Geerts en Aaltje Geerts krijgen ieder de helft, Geertruid Geerts heeft haar aandeel al genoten. Willem Geerts blijft bij zijn broer Geert Geerts wonen, deze zal de goederen van Willem beheren.

                In 1800 wordt er een onderlinge contract afgeloten betreffende de onnozele Willem Geerts te Weerdinge, Willem mag zijn leven lang bij broer Geert blijven wonen.

 

VI-b        Grietien Willems, geboren ca 1720 te Roswinkel, begraven te Roswinkel op 3 december 1776 (Grietijn Willems, hv Luppe Alberts), getrouwd ca 1749 te Roswinkel met Luppe Alberts, uit Roswinkel, overleden na 1784 (mogelijk begraven op 23 januari 1807 te Roswinkel), zoon van Albert Lubbers en Lubbegien Frericks Eding.

 

                Kinderen:

1.  Willem Luppes Kielema, gedoopt op 20 december 1750 te Roswinkel, overleden op 30 augustus 1827 te Sellingen, getrouwd op 20 april 1777 te Roswinkel met Anna Jans ter Horst uit Ter Apel

2.  Albert Luppes, gedoopt op 3 februari 1754 te Roswinkel

3.  Hindrik Luppes, gedoopt op 17 oktober 1756 te Roswinkel

 

Luppe Alberts wordt in 1770 beëdigt als hoofdmomber van Willem, zoon van zijn zwager wijlen Willem Willems Ellinge en Jantien Eelsinge

 

In 1774 wordt hij benoemd als medemomber van de kinderen van Geert Geerts IJkinge en schoonzus Zwaantje Willems

 

 

VI-c        Willem Willems Ellinge, Landbouwer, geboren ca 1725 te Roswinkel, begraven op 28 november 1758 te Roswinkel (Willem Hindriks uit ’t Hindriks Huis), getrouwd op 20 april 1755 te Roswinkel met Jantje Boelmans Eelsinge, geboren ca 1730 te Onstwedde, begraven op 4 juli 1807 te Roswinkel (Jantien Eelsing), dochter van Boelman Wubbes Eelsingh, landbouwer, en Aaltje Jacobs Hesse.

 

                Kinderen:

                1.  Willem Willems Ellinge (Zie VII)

2.  Boelman Willems Ellinge, gedoopt op 19 november 1758 (ten doop gepresenteert en wegens ziekte van de vader op de vraagstukken  geantwoord door des kinds grootmoeder Vrouw Eelsinge), overleden op 21 december 1758 te Roswinkel, begraven aldaar op 28 december (Boelman, zoon van wijlen Willem Hindriks en Jantjen Boelmans Eelsinge, even een maand na zijn vader)

 

                Jantien Boelmans Eelsinge trouwt voor de 2e keer op 25 maart 1770 te Roswinkel met Harm Alberts Heijnen, gedoopt op 31 maart 1739 te Roswinkel, overleden op 24 december 1808 te Roswinkel (Harm Heijnen), zoon van Albert Heijnen en Swaantje Harms IJkinge.

 

                Willem Ellinge woonde samen met zijn broer Hindrik Ellinge op hetzelfde erf als hun vader. Deze erf werd in de volksmond ook wel het “Hindriks plaats” of “Hindriks huis” genoemd, afgeleid van hun grootvaders naam.

                Omdat Willem en Hindrik samen de boerderij runden, staan ze vaak samen vermeld in akte’s (bij het lenen van geld). Soms word hun echte patroniem Willems vermeld, maar vaak ook de versteende patroniem Hindriks van hun grootvader. Enkele voorbeelden:  “Hindrik Willems Ellinge en Willem Willems Ellinge, gebroeders tot Roswinkel” en “Hindrik Hindriks Ellinge te Roswinkel,  Willem Hindriks Ellinge en Jantje Eelsinge te Roswinkel”

 

                In 1755 lenen Willem en Hindrik f275,- van de diaconie van Roswinkel, o.a. voor het aflossen van een schuld uit 1730 van hun vader Willem Ellinge. In 1770 lenen Hindrik Ellinge en zwagerse Jantje Eelsinge geld, in 1774 en 1775 lenen Hindrik Ellinge en Harm Heins ee Jantje Boels als bezitters van Hindriks plaats geld. Deze leningen worden in 1788/1789 afgelost door Willem Willems Ellinge (IV), de zoon van Willem Ellinge en Jantje Eelsinge.

 

                Doordat Jantje Eelsinge in 1770 opnieuw trouwt, wordt er op 23 februari 1770 een eenkindscontract over zoon Willem opgemaakt. Hoofdmomber is Hindrik Ellinge, broer van Willem; medemombers zijn Luppe Alberts, zwager van Willem; Wubbe en Jacob Eelsinge, broers van Jantje Eelsinge.

                Inventaris: Mandelig boedel met haar zwager de hoofdmomber. Huis, land, waardeel, 4 paarden, vee etc. Tevens wordt genoemd zwager Geert (IJkinge) te Weerdinge en broer Klaas Ellinge.

                                                 

 

VII          Willem Willems Ellinge, Landbouwer, gedoopt op 13 juni 1756 te Roswinkel, overleden op 20 april 1815 te Roswinkel, getrouwd op 21 april 1782 te Roswinkel met Geertruida Everwijns Nannings (Mulder), gedoopt op 20 juli 1759 te Onstwedde, overleden op 15 november 1816 te Roswinkel, dochter van Everwijn Klaassens Nannings, molenaar te Onstwedde, en Naantke Freriks Harding.

 

                Kinderen:

1. Naanke Elling, gedoopt op 16 februari 1783 te Roswinkel, overleden op 21 oktober 1850 te Roswinkel, getrouwd op 10 juni 1808 te Roswinkel met Harm Willems Kamping, schoolmeester, gedoopt op 12 januari 1783 te Roswinkel, overleden op 2 mei 1856 te Roswinkel, zoon van Willem Freerks Kamping, Landbouwer, en Zwaantien Harms Steen.

2.  Willem Elling, landbouwer, gedoopt op 12 september 1784 te Roswinkel, overleden op 24 november 1857 te Roswinkel, getrouwd op 26 april 1817 te Emmen met Annegien Jans de Jonge, gedoopt op 8 november 1789 te Roswinkel, overleden op 18 april 1833 te Roswinkel, dochter van Jan Jans Comijs, commandeur, en Annegien Jans.

3.  Everwijn Elling, landbouwer, gedoopt op 28 mei 1786 te Roswinkel, overleden op 10 april 1855 te Emmen, getrouwd op 9 november 1816 te Emmen met Hillegien Wilts, gedoopt op 26 september 1784 te Roswinkel, overleden op 1 mei 1872 te Roswinkel, dochter van Roelof Wilts en Annegien Harms Veenker.

4.  Jantien Elling, gedoopt op 1 januari 1789 te Roswinkel, overleden op 10 juni 1809 te Roswinkel.

5.  Geertruida Elling, gedoopt op 1 januari 1791 te Roswinkel, overleden op 1 april 1827 te Coevorden, getrouwd op 31 december 1817 te Coevorden met Andries Cremer, koopman, geboren op 4 december 1793 te Coevorden, overleden op 18 december 1871 te Coevorden, zoon van Hinderikus Cremer en Hinderika van Engen.

6.  Hendrik Elling, Landbouwer, gedoopt op 16 juni 1793 te Roswinkel, overleden op 24 november 1850 te Rolde, getrouwd op 30 mei 1825 met Hendrikje Harms Snoek, gedoopt op 4 augustus 1800 te Rolde, overleden op 28 juni 1837 te Rolde, dochter van Harm Arends Snoek en Jeigien Manting.

7.  Aaltje Elling, gedoopt op 29 maart 1795 te Roswinkel, overleden op 24 juni 1859 te Rolde, getrouwd op 18 december 1817 te Rolde met Willem Ottens, gedoopt op 20 februari 1797 te Gieten, overleden op 1 juni 1836 te Rolde, zoon van Willem Ottens en Willemtien Nijenhuis.

8.  Ernestus Willems Elling, Landbouwer, gedoopt op 25 juni 1797 te Roswinkel, overleden op 16 september 1846 te Roswinkel, getrouwd op 12 april 1826 te Emmen met Geertien Renks, gedoopt op 22 februari 1801 te Roswinkel, overleden op 19 november 1880 te Roswinkel, dochter van Karsten Willems Renks, landbouwer, en Geesien Lammerts Swiers.

9.  N. Elling, begraven op 20 februari 1799 te Roswinkel (Het dood ter werelt gekomen dogtertijn van Willem Ellinge en  Geertruida Everwijns)

10. Frederika Willems Elling, gedoopt op 28 maart 1802 te Roswinkel, overleden op 31 augustus 1838 te Roswinkel, getrouwd op 8 juni 1826 te Emmen met Willem Renks, landbouwer, gedoopt op 18 februari 1798 te Roswinkel, overleden op 26 december 1843 te Roswinkel, zoon van Karsten Willems Renks, landbouwer, en Geesien Lammerts Swiers.

 

 

               

 

                                                                                        

 

             Update 30 juli 2007